Suzan Sijstermans, interim manager Burgerzaken, en Astrid van den Berg,
sr. medewerker Burgerzaken, werden gedetacheerd om voor RvIG te werken aan de kwaliteit van de PIVA op St. Eustatius. PIVA is het systeem voor de bevolkingsadministratie in Caribisch Nederland.
Mijn route naar St. Eustatius: Suzan Sijstermans
‘Sinds april 2017 werk ik op St. Eustatius als interim manager Burgerzaken en ik blijf tot april 2019. Sinds 2001 werk ik bij de gemeente Amsterdam. Ik heb verschillende functies gehad bij de gemeente, waaronder kwaliteitsmedewerker Burgerzaken en later teamleider.
Een collega duwde een vakblad onder mijn neus waarin een vacature op St. Eustatius stond. Ik schoof het aan de kant want ik zat net lekker in mijn nieuwe baan als teamleider bij Stadsloket Oost. Op weg naar huis bleef het toch door mijn hoofd spoken. Zoiets komt niet voor niets op je pad. Ik dacht, hier moet ik wat mee en heb vervolgens gesolliciteerd... en nu zit ik hier.’
Mijn route naar St. Eustatius: Astrid van den Berg
‘Van augustus 2017 tot half januari 2018 werkte ik op St. Eustatius als sr. medewerker Burgerzaken. Ik zag de vacature voorbij komen in een nieuwsbrief en dacht meteen: Leuk! Een keer iets heel anders, en toch binnen mijn vakgebied. Vervolgens heb ik gesolliciteerd en werd ik aangenomen. Gelukkig reageerde mijn werkgever, gemeente Terneuzen, meteen positief. Ik had het niet willen missen!’
'Niet iedereen hier heeft een brievenbus en een huisnummer. De postbode weet gewoon wie waar woont.'
'Overigens voel ik me ontzettend veilig hier. De auto op slot doen is hier niet gebruikelijk, dat kennen ze hier niet. Daar moet ik nog steeds aan wennen.'
Kwaliteit van de PIVA en andere zaken
Suzan en Astrid hadden beide als hoofdtaak de kwaliteit van de PIVA te verbeteren. Verder hadden zij verschillende takenpakketten.
Suzan: ‘Er lag een plan van aanpak met een aantal verbeterpunten om mee aan de slag te gaan. Daarvan was voor mij de grootste uitdaging de verhuizing van het oude kantoor naar het nieuwe. Dit is nu afgerond. Verder ben ik bijvoorbeeld bezig geweest met een opleidingsplan en een straatnamenproject. De administratie is behoorlijk opgeschoond; we brengen wat meer structuur aan.’
Astrid: ‘In eerste instantie was de opdracht de kwaliteit van de PIVA van het eiland te verbeteren, om die zo juist en compleet mogelijk te maken. Maar er is best veel bij gekomen, bijvoorbeeld vanwege de verhuizing van de Census Office (Burgerzaken). Zo heb ik gewerkt aan het archief, verschillende procesbeschrijvingen, werkinstructies en standaardbrieven gemaakt voor het nieuwe protocol adresonderzoek. Verder instrueren van de collega’s en helpen bij problemen die zich voordoen.’
Beginperiode op het eiland
De collega’s ondervonden dat de praktijk vaak anders is dan je had verwacht.
Suzan: ‘Toen ik naar St. Eustatius ging, had ik een bepaald beeld van hoe ik dingen zou gaan opzetten. Maar je merkt al gauw dat je met Nederlandse ogen naar bepaalde zaken kijkt. Je moet eerst de mensen mee krijgen. Dingen gaan hier in de praktijk heel anders, het is hier ook gewoon heel klein. Toen ik bijvoorbeeld de RAAS-database, waar alle reisdocumenten in staan, wilde opschonen was ik eerst van plan inwoners hierover een brief te sturen met een oproep zodat ik kon controleren of de registratie wel klopte. Maar dat werkt hier helemaal niet zo, niet iedereen hier heeft een brievenbus en een huisnummer. Toen ben ik maar gewoon in de auto gestapt en ben gaan rondrijden om mensen te bereiken.
Overigens voel ik me ontzettend veilig hier. De auto op slot doen is hier niet gebruikelijk, dat kennen ze hier niet. Daar moet ik nog steeds aan wennen .’
Astrid: ‘In het begin ben je natuurlijk druk met het leren kennen van je nieuwe collega’s, de werkwijze. Er is toch een aardig verschil tussen de wetgeving van de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) en die in Nederland. Je moet er wel je weg zien te vinden. Nu heb ik zelf een juridische achtergrond, dit maakte het voor mij wat makkelijker. En verder was het fijn dat mijn collega’s me echt het gevoel gaven dat ik er thuis was! Dus dat zat helemaal goed.’
Er zijn ook veel overeenkomsten met het werk voor Burgerzaken in Nederland, vervolgt Astrid: ‘Waar je in Nederland de Basisregistratie Personen hebt, heb je op het eiland de PIVA en dat komt op hetzelfde neer. We gebruiken ook dezelfde applicaties. Je moet wel bepaalde procedures aanleren en sommige begrippen worden anders gebruikt.’
Orkaan Irma
Astrid vertelt hoe het was om een orkaan mee te maken (orkaan Irma) in september 2017: ‘Ik kom uit Vlissingen dus ik dacht dat ik aardig wat gewend was, maar dit was doodeng! Het huis waarin ik woonde op St. Eustatius had een extra verstevigde ruimte, zonder ramen, speciaal bedoeld om er veilig te zitten in zo’n geval. Maar vooral het lawaai van de orkaan maakte het heel eng. Alsof ze met bulldozers proberen je huis binnen te komen, zó wordt er aan de deuren getrokken! De elektriciteit was uitgevallen en zonder airco was het bloedheet, maar gelukkig had ik wel wat licht van wat waxinelichtjes die ik had meegenomen. Toen ik de volgende ochtend weer buiten kwam, stond er gewoon geen boom meer overeind. Je zag overal stukken van huizen die afgewaaid waren. Gelukkig had mijn huis weinig schade.
'Er stond gewoon geen boom meer overeind.'

Toekomst
Suzan, die op dit moment (maart 2018) nog op St. Eustatius werkt, vertelt over haar visie op de toekomst van de bevolkingsadministratie op het eiland: ‘Op dit moment kloppen de gegevens in de PIVA niet altijd. Dit heeft verschillende oorzaken. Net zoals in Nederland hebben de mensen hier de wettelijke verplichting om zich in te schrijven daar waar ze werkelijk wonen. In Nederland is dat algemeen bekend. De gemeente doet een aantal controles en BOA’s leggen ook regelmatig huisbezoeken af om inschrijvingen in de BRP te controleren. Dat heb je hier niet. De informatieverstrekking en de ICT-infrastructuur zijn hier minder goed. Dingen worden hier ook op een andere manier opgelost. Doordat het zo’n klein eiland is, kennen mensen elkaar. De postbode weet gewoon wie waar woont. Toch is het eiland zich wel aan het ontwikkelen. Ik zou graag zien dat alle straten van straatnaamborden worden voorzien en dat iedereen een huisnummer en een brievenbus krijgt. Als de bereikbaarheid van mensen verbetert, verbetert ook de informatievoorziening.’
Bestuur overgenomen door Nederland
Suzan vertelt wat zij merkt van de situatie nu het bestuur van het eiland is overgenomen: ‘Tot nu toe reageert de bevolking vrij rustig. Er is er een open forum op Facebook waar vrij veel wordt gediscussieerd. En er zijn ‘town hall meetings’ geweest, maar je merkt dan wel dat niet iedereen zijn stem durft te laten horen. Persoonlijk merk ik geen verandering in hoe mensen mij benaderen. De mensen op straat zijn nog net zo vriendelijk als voorheen. Het is even afwachten hoe het verder gaat als de plannen wat concreter gaan worden.
Samenwerking met RvIG
Ondanks de afstand gaat de samenwerking met RvIG uitermate goed, vertelt Suzan. ‘Elke week heb ik via Whatsapp een gesprek met de coördinator voor het Caribisch gebied bij RvIG. Ik krijg veel steun van hem, hij geeft goede adviezen en er wordt me niets opgelegd. Ik mag zelf beslissen. De samenwerking is echt top, dat vond ik ook destijds met orkaan Irma.'
Vrije tijd
Astrid: ‘Ik vond het heel leuk om kennis te maken met een andere cultuur! Een van de leukste dingen in mijn vrije tijd was de zondagse barbecue. Daar ontmoet je zoveel mensen, lokale mensen en ook wel Nederlanders die daar wonen. De vroedvrouw, de dokter, de loodgieter, je komt ze daar allemaal tegen. De lokale mensen leer je zo gemakkelijk kennen. De bevolking hier is heel vriendelijk. Ik moet oppassen dat ik in Nederland niet meer naar iedereen ga zwaaien en toeteren, net als op het eiland.’
Back to basics
Astrid en Suzan hebben wel een advies voor mensen die ook wel op een Caribisch eiland zouden willen werken:
Astrid: ‘Als je zoiets wilt gaan doen en je krijgt de kans, moet je hem pakken! Ik zou zó weer teruggaan! Waar je aan moet denken: je moet je wel goed in je eentje kunnen vermaken. Er is niet zoveel vertier op het eiland, en sinds de orkaan is er bijvoorbeeld geen tv meer. Na het werk gingen mijn collega Suzan en ik wel vaak even ‘naar beneden’: naar de haven en het strand. Daar heb je wat restaurants, en een souvenirwinkel. Het strand is trouwens weggespoeld door de orkaan, dat zou in de loop van het jaar weer terug moeten komen. De avonden bracht ik meestal thuis door.
Suzan: ‘Als je zo’n advertentie ziet staan, denk dan niet ‘O leuk, lekker naar een tropisch eiland met palmbomen, lekker relaxt.’ Zo werkt het niet. Het is hier echt back to basics, je moet bijvoorbeeld wel tegen beestjes kunnen. Ook zit je hier tamelijk geïsoleerd, je kunt niet zomaar even gaan eilandhoppen. Het gaat erom wat je hier kunt bereiken. Zelf ben ik geboren in een heel klein dorp in Zuid-Limburg en ben ik later ‘weggevlucht’ naar Amsterdam, naar de grote stad. Ik heb me al eens afgevraagd, wat maakt nu dat ik hier wél langer wil blijven, in deze kleine gemeenschap. Dat is aan de ene kant dat ik iets zichtbaars wil achterlaten, en aan de andere kant zijn het de mooie kanten van het eiland. Ik heb hier maar 10 minuten reistijd per dag en het is hier een prachtig, ruig eiland. Laatst zag ik toen ik wakker werd gewoon walvissen vanuit het water springen!‘