In november 2019 is een health check gestart voor het systeem van het burgerservicenummer (BSN). Deze voorziening functioneert al vanaf 2007 goed. Wel werd het tijd om vooruit te kijken of dat ook in de toekomst zo zal blijven, of dat we juist aanpassingen moeten doen om met de tijd mee te gaan.

Het burgerservicenummer is in november 2007 ingevoerd. Met dit unieke, persoonsgebonden nummer kunnen mensen op een eenduidige manier worden geïdentificeerd. Met het BSN weet je dus zeker met welke persoon je te maken hebt. Veel praktische informatie over het BSN vind je op onze website.

Om dit te beoordelen, heeft de Auditdienst Rijk (ADR) een onderzoek gedaan naar het functioneren van het huidige BSN-stelsel en de ontwikkelingen waarin het BSN een rol speelt of gaat spelen. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) heeft hiervoor een onderzoeksopdracht verstrekt aan de ADR, in samenspraak met de beleidsdirectie Digitale Overheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), waarvan RvIG een onderdeel is.  

Voor het onderzoek heeft de ADR vele interviews gehouden, met onder anderen vertegenwoordigers van gemeenten, gebruikers van het BSN, de Autoriteit Persoonsgegevens, de wetenschap, private identiteitsleveranciers (bedrijven die bijvoorbeeld vertegenwoordigers van bedrijven voorzien van een digitale identiteit), banken, werkgevers, belangengroepen. Het verwerken en analyseren van de resultaten heeft geleid tot een onderzoeksrapport dat – zoals alle onderzoeken die door de ADR worden uitgevoerd – is gepubliceerd op Rijksoverheid.nl.  

Reacties van organisaties in de publieke sector

Uit het rapport blijkt dat ervaringen met het gebruik van het BSN door de geïnterviewde organisaties in de publieke sector overwegend positief zijn. Men is in algemene zin van mening dat Nederland in vergelijking met andere landen een goede administratie van de inwoners heeft. Met een uniek persoonsnummersysteem, het BSN, hebben we evenwicht tussen gemak en fraudebestrijding, is het standpunt.

Een belangrijk voordeel dat werd genoemd in het onderzoek, is dat er met het BSN één nummer bestaat waarmee iemand goed is te identificeren. Veel van de organisaties geven aan dat het BSN het enige gegeven is waarmee ze zeker weten met wie ze te maken hebben.

Geïnterviewden geven verder aan dat door het BSN de administratieve lasten verminderd zijn, voor de overheid en voor de burger. Voor de burger is er sprake van indirecte efficiencywinst. Door de centrale registratie van het BSN hoeft de burger niet steeds opnieuw allerlei gegevens te verstrekken aan organisaties die toegang hebben tot de BSN-gegevens. Hierdoor hoeft hij zijn identiteit minder vaak te laten verifiëren dan zonder dit systeem het geval zou zijn geweest.

Conclusie ADR-rapport

De conclusie in het rapport is dat het BSN-stelsel voor veel gebruikers aan de verwachtingen voldoet en de nodige voordelen heeft gebracht. Maar uiteraard zijn er ook aandachtspunten en aanbevelingen.

Belangrijke aanbevelingen in het onderzoeksrapport zijn:

  • Overweeg breder gebruik van het BSN in de private sector in de strijd tegen onder andere witwassen en financiering van terrorisme, maar creëer daarvoor wel eerst een wettelijke grondslag.
  • Maak meer gebruik van pseudoniemen die zijn afgeleid van het BSN, zodat het BSN zelf minder vaak hoeft te worden uitgewisseld. Dit verbetert de privacy voor de burger.

De aanbevelingen passen goed in de BZK-visie op digitale identiteit die op het moment in ontwikkeling is, en worden dan ook overgenomen. Wetsvoorstellen zoals de Wet digitale overheid en de Wet verwijzingsportaal bankgegevens sluiten hier ook op aan. Daarnaast bevat het rapport nog een aantal praktische aanbevelingen om het beheer van het BSN te verbeteren.

Al met al kunnen de we de toekomst van het BSN met vertrouwen tegemoet zien. Het BSN is gezond!