Afgelopen zomer nam het parlement een voorstel aan tot wijziging van de Wet basisregistratie personen (BRP), ook wel de Verzamelwet BRP genoemd. Een groot deel van de wijzigingen die in het wetsvoorstel zijn opgenomen treden op 1 januari 2022 in werking. Naast de wijzigingen die uitgebreid in dit magazine aan bod komen, treden nog enkele andere wijzigingen in werking. Hieronder bieden we je een kort overzicht van deze wijzigingen. 

Overzicht overige wijzigingen Verzamelwet BRP

Verzamelwet BRP

Registreren contactgegevens niet-ingezetenen

In de Verzamelwet is een grondslag opgenomen voor de registratie van contactgegevens en tijdelijke verblijfsadressen van niet-ingezetenen in de BRP (RNI). Dit onderdeel van de wetswijziging treedt niet per 1 januari 2022 in werking, omdat de RNI-applicatie nog moet worden aangepast. De datum van inwerkingtreding wordt op een later moment, als de technische voorzieningen gereed zijn, bekendgemaakt. Tot die tijd kunnen de contactgegevens uitsluitend worden geregistreerd (buiten de BRP) als de niet-ingezetene daarvoor toestemming geeft. 

Sinds 11 januari 2021 wordt in de Registratie Niet-ingezetenen de contactgegevens van niet-ingezetenen geregistreerd. Het gaat om het e-mailadres, het mobiele telefoonnummer en het voorkeurskanaal voor contact. Dit is een pilot: de gegevens worden niet geregistreerd in de BRP, maar in een aparte registratie. Deze gegevens worden uitsluitend geregistreerd en gebruikt indien de niet-ingezetene daar toestemming voor geeft. Voor het registreren van de toestemming en het uitleggen van het doel en het gebruik van de contactgegevens is een toestemmingsformulier voor de RNI-loketten ontwikkeld. De contactgegevens kunnen worden gebruikt om indien nodig rechtstreeks met de niet-ingezetene contact op te nemen, bijvoorbeeld bij calamiteiten zoals corona of misstanden rondom wonen of werken. De geregistreerde e-mailadressen zijn inmiddels gebruikt om niet-ingezetenen te informeren over het COVID-19 vaccinatieprogramma. 

Wetswijzing BRP LAA

Het wetsvoorstel BRP over de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) en de onderliggende regelgeving treden ook in 2022 in werking. Op dit moment is nog niet bekend wanneer dit gaat gebeuren. Het wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer, maar de datum voor de plenaire behandeling van het voorstel is nog niet vastgesteld. Als de Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen is er meer zicht op het precieze moment van inwerkingtreding. 

Het wetsvoorstel BRP LAA introduceert een taak voor de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met deze taak mag de minister de gemeenten ondersteunen in het onderzoek naar de juistheid van adresgegevens in de BRP. Daarmee wordt voor RvIG een juridische basis gecreëerd om data-analyses in het kader van LAA te verrichten. Deze analyses vinden nu nog plaats onder verantwoordelijkheid van gemeenten, in het Informatieknooppunt LAA (belegd bij ICTU). Het wetsvoorstel en de onderliggende regelgeving bevatten de kaders waarbinnen RVIG deze data-analyses kunnen verrichten. Zo wordt geborgd dat de verwerking van persoonsgegevens bij LAA ook in de toekomst plaatsvindt in lijn met de privacybeginselen en de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).