Voor de ingang, de berekening en de beëindiging van pensioenen zijn de gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) van pensioendeelnemers in hoge mate bepalend. Het is dus belangrijk dat deze data correct zijn. Een klein foutje kan immers grote gevolgen hebben. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) voert dan ook zorgvuldig de regie over de kwaliteit van de BRP-gegevens en zoekt continu op alle mogelijke manieren naar methoden om die te verbeteren. Ook als het gaat om de gegevens van niet-ingezetenen.
Ad van Leest is strategisch consultant bij APG. Deze organisatie voert de pensioenen uit voor acht pensioenfondsen met in totaal 4,7 miljoen aangesloten pensioendeelnemers. ‘De gegevens uit de BRP zijn voor ons essentieel. Dankzij de geboortedata en geslachtsgegevens berekenen we bijvoorbeeld de gemiddelde overlijdensleeftijd van mannen en vrouwen. Die moeten we kennen om te bepalen hoeveel kapitaal er beschikbaar is. Ook de zogenoemde Attestatie de Vita - het bewijs van in leven zijn - is voor ons belangrijk. Want als je pensioen ontvangt moet je aantonen dat je nog leeft.’
Huwelijk, samenleving, scheiding

‘Ook het gegeven of pensioendeelnemers zijn getrouwd dan wel een geregistreerd partnerschap hebben is relevant’, vervolgt Ad. ‘Ze hebben dan namelijk recht op een nabestaandenpensioen. Bovendien is een eventuele scheidingsdatum van belang. Want bij de meeste scheidingen vindt pensioenverevening plaats: de verdeling van de pensioenpot die je gedurende het huwelijk of de samenleving hebt opgebouwd. Verder zijn kinderen relevant. Als één van beide ouders overlijdt, kan er namelijk al recht zijn op een wezenpensioen.’
Communicatie
Maar ook voor de communicatie met pensioendeelnemers moet je weten wie ze zijn en waar ze wonen. ‘We zijn bijvoorbeeld wettelijk verplicht hen jaarlijks de Uniforme Pensioenaangifte te sturen’, aldus Ad. ‘Bovendien willen we hen via onze nieuwsbrieven op de hoogte houden van actualiteiten, zoals het nieuwe pensioenakkoord of ontwikkelingen rondom de pensioenindexatie.’
Twee hoofddeelverzamelingen
Staan al deze gegevens in de BRP? ‘Het goede antwoord is: ja en nee’, aldus Frans Rijkers, strategisch adviseur Identiteit & Innovatie bij RvIG. ‘De BRP heeft namelijk twee hoofddeelverzamelingen: één voor ingezetenen (iedereen die in Nederland woont) en één voor niet-ingezetenen (personen in het buitenland die een relatie hebben met de Nederlandse overheid).
Van niet-ingezetenen worden minder gegevens bijgehouden
De gegevensset die we voor de niet-ingezetenen bijhouden is veel kleiner dan die voor de ingezetenen; dat is wettelijk zo bepaald. En dat kan verwarring opleveren. Als iemand bijvoorbeeld in Nederland trouwt, scheidt of kinderen krijgt, staat dat duidelijk in de BRP. Zodra echter een van de partners het land verlaat of beide partners het land verlaten, beschikken we niet meer over een actieve registratie van de familierelaties. Je kunt dan als gehuwd in de BRP staan, terwijl je partner in het buitenland is overleden. En als je in het buitenland kinderen krijgt, dan worden die niet automatisch in de BRP geregistreerd. Je zou dus zomaar kunnen concluderen dat iemand in het buitenland geen kinderen heeft, terwijl ze er wel degelijk zijn.’

Wijzigingen zelf doorgeven
Volgens Frans denken burgers in het buitenland nogal eens dat dit soort mutaties automatisch wordt doorgevoerd. ‘Maar dat is niet zo. Ze moeten deze wijzigingen zelf doorgeven. Doen ze dat niet, dan missen pensioenuitvoerders als APG relevante gegevens en worden zij bij hun werk voor deelnemers die in het buitenland wonen en/of werken op zichzelf teruggeworpen.’ Dat bevestigt Ad: ‘Een aantal pensioendeelnemers zit in het buitenland. Als zij bijvoorbeeld hun verhuizingen naar of in het buitenland niet aan ons doorgeven, raken we hen kwijt. We weten niet meer wie ze zijn en waar ze wonen.’
Aandachtspunt
De kwaliteit van de gegevens van niet-ingezetenen is altijd een aandachtspunt van RvIG geweest, zegt Frans. ‘Hoe zorg je ervoor dat die actueel, correct en compleet zijn? Als je in Nederland woont, dan val je altijd onder een gemeente. Maar woon je als gepensioneerde in Zuid-Amerika, dan kunnen wij niet met zekerheid zeggen of de voor het pensioen benodigde data juist zijn. Voor dit probleem zoeken we samen met onze afnemers, zoals APG, naar structurele oplossingen. Zo hebben we regelmatig contact met de Vereniging Belangenbehartiging Nederlandse Gepensioneerden in het Buitenland (VBNGB). We willen namelijk horen wat voor hen de grootste obstakels zijn bij het doorgeven van gegevens.’
Applicatie
Daarnaast werkt RvIG aan een nieuwe applicatie voor burgers die in het buitenland geregistreerd zijn. Frans: ‘Via hun DigiD kunnen zij daarmee straks bij een verhuizing in het buitenland gemakkelijk hun adreswijziging doorgeven. Deze wijziging komt dan direct in de BRP terecht. We gaan de pensioenuitvoerders vragen om deze app via hun communicatiekanalen onder de aandacht van hun deelnemers te brengen.’
via DigiD kunnen burgers straks hun verhuizing in het buitenland doorgeven
Berichtenbox
In geval van emigratie wil RvIG te zijner tijd automatisch een bericht in de Berichtenbox van de emigrant plaatsen. ‘Daarin vragen we burgers die naar het buitenland zijn vertrokken ervoor te zorgen dat ze hun adres goed registreren’, aldus Frans. ‘Zo blijven ze vindbaar. Ook gaan we reminders sturen waarin we verzoeken om de adresgegevens na te kijken. Zelfs als alles klopt, neemt de kwaliteit van de gegevens toe. Ze zijn dan immers onlangs geverifieerd.’
Inspanningsverplichting
Ad: ‘APG heeft een inspanningsverplichting om pensioendeelnemers op te sporen. Dat zijn vooral personen in het buitenland. Denk aan mensen die kort in Nederland hebben gewerkt - bijvoorbeeld in de bouw of in de horeca - , weer zijn teruggekeerd naar het buitenland en hier een pensioen van een paar maanden hebben opgebouwd. Maar het is niet altijd even eenvoudig hen te vinden. De pensioenuitvoerders werken samen om de kwaliteit van de grootste gegevensleveranciers te beoordelen. RvIG staat daar heel open voor en komt met goede oplossingen.’
Telefoonnummer en e-mailadres
In verband met de inspanningsverplichting wijst Frans op de mogelijkheid sinds eind oktober 2022 om telefoonnummers en e-mailadressen van niet-ingezetenen te registeren. ‘Deze stap is eigenlijk bedoeld om meer zicht te krijgen op arbeidsmigranten en buitenlandse studenten die tijdelijk naar Nederland komen en hier verblijven, en niet in eerste instantie voor personen die in Nederland hebben gewoond en nu weer naar het buitenland zijn vertrokken. Maar ook voor deze laatste groep kunnen we contactgegevens registreren. Deze gegevens helpen Ad bij zijn inspanningsverplichting.’ Daar is Ad het mee eens: ‘Dankzij de registratie van telefoonnummers en e-mailadressen kunnen we contact leggen met pensioendeelnemers in het buitenland. Dat scheelt. Als je mensen een bericht stuurt dat er een pensioenpotje klaarstaat, reageren ze meestal wel.’